De zenderinstallatie bevond zich zowel op een onder- als een bovenverdieping.

Beide zenders werden in één gebouw opgesteld.
Elk van de zenders werkte langs zijn kant, op 2 verschillende antennes.

De éne SBR-zender voor Nederlandstalige uitzendingen zond uit op een golflengte van 338,20 m (886,50 kHz).
De andere SBR-zender voor Franstalige uitzendingen zond uit op een golflengte van 508,50 m
(589,50 kHz.).

Een derde toegekende golflengte van 208,3 m (1440 kHz) is ongebruikt gebleven
(gereserveerd voor Duitstalige uitzendingen).

Men noemt een dergelijke zender een tweelingzender,
naar het model van de zender in Brookmans Park te Engeland.

Het antennevermogen van beide zenders was 10 kWatt.
 
De ontvangst van het signaal bij het publiek
was niet overal op het Belgisch grondgebied goed te ontvangen.
Een verhoging van de zendkracht zou in de loop van de jaren dertig noodzakelijk blijken.

Het plan van Luzerne voorzag nog een krachtverhoging van talrijke Europese zendstations.
De noodzaak drong zich op
opdat in de nabije toekomst de Belgische uitzendingen niet uit de ether zouden weggevaagd worden.

Het zendvermogen kon,
tot spijt en tegenzin van zovele luisteraars waarvan het radiotoestel geen grote afstemscherpte bezat,
tot 50 kWatt opgetrokken worden.
Noodgedwongen konden ze zich alleen aan de Belgische uitzendingen houden.
 
TERUG
 
ONDERVERDIEPING
BOVENVERDIEPING
 
 
 
 
 
 
 
 
1931