Op de bovenverdieping waren:
de zenderzaal, de versterkingszaal, de burelen en het meetlaboratorium.

Elke SBR-zender bestond uit 4 cabines waarin de oscillatorbuizen, de modulatiebuizen
en de hoogfrequentversterkingsbuizen opgesteld waren, alsook de afstemkringen en de feederverbinding.

De 1ste cabine van elke zender bevatte de hoofdoscillatorbuis,
geplaatst in een kring en afgestemd op de gewenste golflengte.

De 2de cabine van elke zender bevatte een hoogfrequentversterkingsbuis met waterkoeling en volledig afgeschermd.

De 3de cabine van elke zender  bevatte 4 hoogfrequentversterkingsbuizen parallel geschakeld met waterkoeling.

De 4de cabine van elke zender bevatte de anode-oscillatorkringen van de vier buizen.
Aan deze kring was de antennevoedingsfeeder inductief gekoppeld.

De feeder bestaande uit 2 draden - op isolatoren bevestigt en gedragen door metalen plaatjes -
voerde het hoogfrequentsignaal naar de antenne.
De feeder was op zijn beurt via een condensator elektrisch met de antenne gekoppeld.

Het activeren van de zender, alsook het uitschakelen, gebeurde automatisch via een schakelbord.

Een druk op de knop deed achtereenvolgens en in een logische orde de verbindingen tot stand komen,
met tussenpauzes bepaald door de nodige opwarmingstijd van de zenderbuizen.
Een fout van de bediener werd daardoor uitgesloten.
Lampjes op het schakelbord lieten de controle van de gestarte verbinding toe.
Het stilleggen van de zender gebeurde idem dito door het drukken op een knop.

Alle deuren van zendercabines die toegang boden tot elementen die onder hoge spanning stonden,
waren voorzien van veiligheidscontacten die bij het openen de spanning automatisch uitschakelden.
De zender kon enkel onder spanning gebracht worden als alle deuren van de zendercabines gesloten waren.
 
TERUG
 
ZENDERZAAL foto 1
ZENDERZAAL foto 2
SBR-ZENDER
DETAIL
ANTENNESPOEL
BEDIENINGSCONSOLE
VERSTERKERZAAL
 
 
 
1931