|
|
|
|
De
instelling van de gewenste golflengte van de
zender gebeurde
d.m.v. stekkers en een plugbord en was
onderverdeeld in 3 groepen:
de oscillatorkring, de koppeling, de
antennespoel.
Beide zijkanten bevatten elk een aansluiting:
één voor de hoge spanning (bedrijfsspanning
800 Volt)
rechtstreeks komend van de gelijkstroomgenerator
en één voor de lage spanning (filamentspanning
6 Volt)
+ microfoon/koptelefoon/morsesleutel
indirect komend van de bedieningskast.
middenvoor de aansluitklem voor de antenne
indirect komend van de bedieningskast
De zender was
d.m.v. vier haken met elastieken
aan de zijkanten bevestigd
om deze voor schokken te vrijwaren.
De buisvoeten waren ook met rubberblokken
verzekerd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|