|
Radio
begin 1920
De grote afstembare raamantenne (midden) en een
losse afstemcondensator (midden voor)
stonden bij de
detectorontvanger.
Één radiobuis op de detectorontvanger diende als
detectie-element,
de tweede radiobuis diende als versterker
voor een nog krachtiger
geluid in de koptelefoon.
Beide batterijen waren nodig om de radiobuizen te
voeden, uiterst rechts te zien.
Één voor de gloeispanning 4V en één voor de
anodespanning 80V. |