De stroom van de microfoon in het auditorium ging door een versterker
geïnstalleerd in een kleine aanpalende kamer naast het auditorium.

De versterker met negen versterkingstrappen
bevat twaalf buizen (lampen) met onderlinge
weerstandskoppeling en
leverde een voldoende
sterk signaal om aan de zender aan te sturen.

De verschillende circuits van deze microfoonversterker
zijn zo bestudeerd dat het verschil in prestatie
dat bestaat tussen opname via de microfoon
en weergave via de koptelefoons
bij de luisteraars
gecompenseerd wordt volgens het aantal akoestische
vibraties, m.a.w. afhankelijk van het feit
of er hoge of lage tonen uitgezonden worden
(Equalisatie).



operator

De controle- en signalisatieapparaten zijn zowel dicht bij de microfoonversterker als bij
het station zelf voorzien om zo op elk moment de uitzending van de zender te kunnen
controleren en de operator toe te laten een perfect evenwicht tussen de verschillende
orkestinstrumenten te verzekeren zodat de luisteraars het kunnen horen met zijn echte klankrijkheid.

 
TERUG
 

 

1924